Menu
Roadtrips

Kunst, kitsch en hamburgers in de VSA

Ze tellen er koeien en dollars vanuit helikopters. Ze leveren wereldpresidenten, maar ze schieten er ook neer. Ze zitten met hun lederen boots bourbon te drinken naast het zwembad, fajitas bij de hand. Ze laten hamburgers leveren aan het autovenster, wensen iedereen a wonderful day, en neuriën “Take me home, country roads”.  Yippie-yi-yay, yippie-yi-yo, van olievelden tot palmbomen onder een loeihete zon.

Op diepe verkenning door vier zuidwestelijke Amerikaanse Staten: Texas, New Mexico, Arizona en Californië; een eigenzinnige road trip van Dallas naar Los Angeles, goed voor 4800 kilometer.

Na zes uur ’s avonds is het centrum van Dallas verlaten. De betaalparkings zijn leeg, de highways overvol. Alleen op de hoek van Elm Street slenteren onder een loden avondzon nog enkele bejaarde Amerikanen, op zoek naar de tastbare locatie waar op  22 november 1963 president John F. Kennedy werd neergeschoten. Assertieve krantenjongens klampen de vermoeide bezoekers aan met wilde verhalen. “Het eerste schot ging frontaal door zijn keel”, zegt een corpulente venter. Hij wijst in de richting van het hoekvenster van een pakhuis. Twee minuten later smeert hij de verbouwereerde toerist een klandestien krantje aan, een pak vol slechtgedrukte souvenirs inclusief saillante details zoals een serie bloederige kleurenfoto’s van de geliefde president op de operatietafel, de schedel opengespat door het fatale, derde schot. Voor a few dollars is het “all yours”.

De volgende ochtend kopen we een kaartje voor The Sixth Floor Museum, dat volledig gewijd is aan die bewuste dag in Dallas. Het museum is gevestigd op de originele plaats waar Lee Harvey Oswald de trekker overhaalde. Op de toegangsdeur staat geschilderd ‘geen wapens toegelaten’. Best cynisch. Het scheelde geen haar of het museum had nooit bestaan. Eigenlijk wou men deze plek met een donker verleden, waarvan de beelden tot vervelens toe de wereld waren rondgegaan om dan nog eens netjes opgerakeld te worden in ‘JFK’, het filmisch meesterwerk van Oliver Stone, van de kaart vegen. “Dallas wist niet hoe het met deze dramatische gebeurtenis moest omgaan”, zegt gastvrouw Laurie Ivy. “Het gebouw met de grond gelijk maken leek voor velen de enige oplossing om de herinneringen uit te gommen”. Het duurde 26 jaar voor de inwoners van Dallas de schok te boven kwamen. Omdat er jaarlijks twee miljoen mensen naar deze Texaanse businessstad bleven afzakken, uit eerbied of nieuwsgierigheid, werd na veel lobbywerk beslist het gebouw een historische betekenis te geven. De zesde verdieping van de boekenopslagplaats werd ontruimd en gerenoveerd om er een museum van te maken. In februari 1989 opende het serene Sixth Floor Museum de deuren met het statuut van een vzw. “En sindsdien bezoeken jaarlijks minimum een miljoen mensen deze plaats, op zoek naar een antwoord op hun vragen. Antwoorden die ook wij niet hebben”, zegt Laurie. “We tonen de originele foto’s en films, laten hen de eerste radioverslagen van destijds beluisteren en bieden hen een overzicht van de nasleep en de omslachtige onderzoeken van de Warren-commissie”. Hoe duidelijk het beeldmateriaal ook moge zijn, het museum is niet af, wil niet af zijn en kán niet af zijn”.

Big sky country

De Texanen hebben hun credo ‘Live large, think big’ niet gestolen. Alles is hier groots: hun auto’s, hun snelwegen, hun cola’s en hun landschappen… of wat daar in Dallas voor moet doorgaan. Winkelcentra worden door snelwegen met elkaar verbonden, omdat de Texaan met zijn pick-up bij voorkeur tot in de etalage rijdt. We zijn early-bird vertrokken. Dallas verdwijnt in de achteruitkijkspiegel, een fata morgana van spiegelglas. We zoemen met onze Ford over Highway 20 langs eeuwige horizonten van duizend benzinestations en evenveel fast food-restaurants. Prairie en zinderend asfalt. Windmolens en oliepompen. Amerika is een land dat gebukt gaat onder overproductie: te veel van alles.

‘Marfa is what the Wild West was’. Zo staat het op het door de zon vergeelde toegangsbord. Maar schijn bedriegt. Marfa’s oorspronkelijke glorie was ‘Giant’, de laatste film van James Dean, die hier in 1955 opgenomen werd. Vandaag is Marfa een kunstenaarsdorp, gespecialiseerd in minimalistische werken, verspreid over talrijke galerieën. Overkoepelend houdt de Chinati Foundation, opgericht door beeldhouwer Donald Judd, een oogje in het zeil. Deze nieuwe artistieke wind die bezoekers vanuit alle staten aantrekt, maakt dat flink wat locals hun eigendommen opknappen. De absolute blikvanger is het nagelnieuwe boetiekhotel Saint George, een hippe oase met 55 kamers. Maar eerst bollen we tot Valentine. Het is een vreemd gezicht: een luxeboetiek van Prada, pal in een desolate woestijn. Doe geen moeite om je kredietkaart boven te halen: Prada Marfa is fake, een vergrendelde kunstinstallatie van de Scandinavische artistieke tweeling Michael Elmgreen en Ingar Dragset. Deze landschapskunst werd dé trekpleister voor het internationale kunstpubliek. Doch, amper twee dagen na de opening ging het reeds fout: de winkel werd leeggeroofd. Dieven verdwenen met alle handtassen en uitsluitend rechtsvoetige schoenen. Geen nood: de Italiaanse ontwerper stelde een tweede collectie gratis ter beschikking. Alles voor de kunst, luidde het.

Hit the road, Jack

We ruilen de verdwaalde cowboys van ‘Don’t mess with Texas’ voor chili-hot New Mexico. Gefascineerd door het oneindig droge decor rijden we de lange rit via Roswell (of hoe een UFO-incident uit 1947, maar volgens ufologen wel het belangrijkste ooit, een stad nog steeds op de kaart kan zetten) en arriveren laatnamiddag in Santa Fe. Margarita por favor! De meest Mexicaans getinte Amerikaanse staat heet niet voor niets New Mexico en heeft zichzelf bedacht met de slogan ‘Land of enchantment’, wat zoveel wil zeggen als ‘het land van de betovering en bekoring’, een alles- en tegelijk nietszeggend credo. New Mexico is letterlijk en figuurlijk hot, het fusion-Amerika. Santa Fe, een van de oudste steden van Amerika -maar eigenlijk een dorp van niets, heeft een naam als een klok. En het rolt de rode loper uit voor zijn gasten. Dat het ook wel het Salzburg van de VSA wordt genoemd, vinden we overroepen. Dit kunstenaarsdorp mag dan pittoresk, klein en cultureel rijk zijn aan Hispanic adobe-architectuur, het is nog altijd geen Soho in New York of Sausalito in San Francisco. “You’re right, man… we teren wat op de beau monde van de jaren tachtig”, zegt de ijsjesverkoper op de hoek van Downtown Plaza, de Grote Markt van Santa Fe, zeg maar. ”Plots stonden ze hier allemaal: tv-sterren, politici, kunstenaars – op de voet gevolgd door sterfotograaf Herb Ritts. Tja, toen was de toon gezet…” Ook vandaag de dag blijft deze oude nederzetting van de Spaanse koloniale macht een machtig aantrekkingspunt voor allen die de ‘American way of life’ niet meer als het allerbelangrijkste beschouwen. Hier leven twee soorten inwoners: zij die het elders gemaakt hebben en nood hadden aan een drastische verandering, en zij die het nooit ergens zullen maken. “Zelfbezinning in een relaxte sfeer is hier een volle dagtaak”.

De Apache Trail naar Albuquerque via Taos

Amper acht uur in de ochtend, maar de zon staat al hoog. We hebben net huisgebakken pancakes met rode bessen gegeten, en sterke koffie gedronken. Kortom: we zijn klaar voor de rit. Met een trage boog omcirkelen we Española om daarna koers te zetten naar Taos. Van achter de voorruit van onze Ford zien we de romantiek van de Old West zijn intrede doen. Yeah! Vanaf Cordova dunt het verkeer opmerkelijk uit en worden de landschappen ruiger en weidser. We rijden nu door de decors van Easy Rider, Superman, Lolita en Young Guns; allemaal langspeelfilms die in New Mexico gedraaid werden. Taos, ooit een straatarme handelsnederzetting, is nu een flink uit de kluiten gewassen dorp, ‘a rootin-tootin town’, een verplichte stop, vooral omdat het ruiger, stoffiger en puurder is dan Santa Fe. Bovendien ligt de stad tussen de spectaculaire pieken van de Sangre de Cristo Mountains aan de ene kant, met aan de andere kant de Rio Grande, een van de grootste rivieren van Amerika. Vanuit Taos cruisen we in een grote westelijke boog tot het Bandelier National Monument, dwarsen we de Jemez Mountains en rijden we via de scenic Turquoise Trail all the way to Albuquerque. Als de zon rood kleurt en langzaam baan ruimt voor de maan, zit de rit erop. We zijn moe, leeggereden en uitgekeken. In de Apothecary Lounge, het dakterras van hotel Parq Central –een voormalig ziekenhuis uit 1926, laten we dampende taco’s met kip, geëscorteerd door ijskoude Elevated IPA-pils aanvoeren. Ondertussen nemen lokale schonen selfies voor Instagram met op de achtergrond de skyline van Albuquerque, de stad die zichzelf heruitvond als decor voor de Netflix-reeks ‘Breaking Bad’.

Top Gun en Lucky Luke in Arizona

“Jullie zijn moedige jongens”, knipoogt de attente baliebediende van Parq Central terwijl hij vingervlug de papierwinkel in orde brengt, “Daar koken je hersenen tijdens de zomermaanden”. Vandaag rijden we van Albuquerque naar Tucson, langs cactussen en cowboys in de voetsporen van de Apaches. De tijden dat reizigers die op weg waren naar Mexico in Tucson slechts halt hielden om er te overnachten, zijn definitief voorbij. Steeds meer mensen willen hier nooit meer weg. Inmiddels zijn het er één miljoen die zich thuis voelen in het hooggelegen woestijndal tussen de Tucson en de Rincon Mountains. Arizona is booming, lezen we op de elektronische billboards tussen de andere advertenties voor advocaten en tandartsen door. Halte van de dag is Tombstone, omdat we het echte oude Wilde Westen van Lucky Luke willen ontdekken. We vorderen via ruwe landschappen vol sagebrush en yucca’s. Het piepkleine Tombstone (credo: iedere stad heeft een verhaal, wij hebben een legende), op een steenworp van de Mexicaanse grens, is een dorp dat zijn reputatie verdiende met een bekend straatgevecht. We schrijven 26 oktober 1881. Sheriff Wyatt Earp schiet in O.K. Corral (letterlijk: een omheining voor vee) de gemene broers McLaury en Billy Clanton neer. Alhoewel de hele schietpartij amper 30 seconden duurde, werden de paardenstallen naast de smidse en de zadelmakerij meteen wereldberoemd. Het gebeuren werd in de jaren ’90 niet alleen verfilmd, maar werd zelfs een gereputeerde titel in de stripreeks Lucky Luke. Ook nu nog is het de enige bestaansreden van dit stemmige gehucht, ooit een rijke zilvermijnstad waar het geld feestelijk verbrast werd in de talrijke saloons, bordelen en speelholen. Wie wil weten wat de rekening is voor zo’n wilde manier van leven, moet net buiten de dorpskern Boothill Graveyard bezoeken. Hier, tussen vele naamloze graven, rusten de echte helden van het Wilde Westen. Leuk detail: hun doodsoorzaak staat telkens netjes vermeld op de grafstenen. Maar of ze nu neergestoken, -geschoten of -geknuppeld zijn, per vergissing of legaal opgeknoopt, hier liggen ze vredig verenigd te midden van tjilpende krekels en geïnteresseerde bezoekers. Weliswaar dalen er deze hete zondagnamiddag geen kogelregens meer neer in de stofferige straten van Tombstone, laat staan dat er nog mooie vrouwenbenen verleidelijk heen en weer wiebelen op de podia, het decor is alvast quasi onveranderd gebleven. Tombstone is ‘the real thing’. Vooral de Crystal Palace Saloon mag je onder geen beding missen. Het maakt anno vandaag misschien een redelijk deftige indruk, met een beetje verbeelding haal je je zo voor de geest hoe het hier vroeger aan toe ging toen de desperado’s en de bandido’s de bloemetjes buiten zetten.

Groene bewakers in een zinderende woestijnzon

De scenic Gates Pass-route in westelijke richting van het Saguaro National Park brengt ons de volgende ochtend te midden een overvloed aan saguaro-cactussen, ook wel de groene telegraafpalen genoemd. Deze beschermde koningen en schildwachten van de woestijn (er staan er miljoenen in deze regio) kunnen tot 200 jaar oud, vijftien meter hoog en acht ton zwaar worden. Opmerkelijk detail: stekels of niet, de cactussen bieden onderdak aan diverse vogels als spechten en uilen die er hun nest in maken. Tucson is wereldwijd bekend voor zijn bommenwerperskerkhoven. Het bekendste publieke museum is Pima Air, waar 250 unieke burger- en militaire toestellen staan te blinken in de verschroeiende zon. Geen roest maar rust. Maar hallucinanter gaat het er aan toe in ‘the boneyard’ van Davis-Monthan Air Force Base. Hier rusten niet minder dan 4000 gesloopte of afgeschreven oorlogstuigen. Honderden helikopters, reeksen B-52-bommenwerpers, meer dan duizend straaljagers en massa’s F-16-jets. Een spookarmada. Ze worden er gemottenbald in de hoop dat de droge woestijnlucht het roestproces zo lang mogelijk zal uitstellen. Toch is het niet allemaal oud ijzer dat van een welverdiende rust geniet. Het gros van de vloot wordt gebruikt voor onderdelen en kan, als het moet, opnieuw operationeel gemaakt worden. Meer bewaren dan begraven dus, want de verkoop van wisselstukken is een lucratieve bezigheid.

Springs Break

Wie vanuit Tucson via Phoenix naar Los Angeles in Californië rijdt, komt een zeer opmerkelijk stadje tegen: Palm Springs. We checken in in het hippe Ace Hotel dat zich als een vis in het water voelt in dit mekka van modernistische architectuur: speels en bon ton met een fifties-chic decor. Niet zo lang geleden was deze woestijnstad een belegen Benidorm voor cinemasterren op retour, nu is het een place to be voor hipsters, waar meer in de zwembaden dan ernaast geleefd wordt. De hitte, uiteraard. De ganse zomer gegarandeerd 40 plus.

La La Land wacht

Na twee dagen bakken en braden zijn we klaar om te proeven van die spitante City of Angels, Los Angeles, “stad van de opgeblazen lippen, de topless rijlessen en 0800-nummers voor priesters en paragnosten”, schreef reiziger Michael Palin in zijn boek ‘De wereld rond’. Is LA (want niemand zegt Los Angeles voluit) een stad of zijn het 49 voorsteden op zoek naar een hart? In elk geval is er duidelijk iets vreemds mee aan de hand, iets onwezenlijks ook, maar het duurt even vooraleer je merkt wat het precies is. Neem nu het bewegingspatroon. Je rijdt maar door de XL-straten en over de oneindige highways. Je komt nooit een echt centrum tegen, alleen maar kruispunten waar andere wagens met zoemende airco halthouden om zich even later weer quasi-geruisloos in beweging te zetten. Voetgangers of fietsers zie je niet. Een voetganger is trouwens verdacht, want LA heeft bijna geen voetpaden. Neen, hier bollen alleen maar wagens door de straten, samen goed voor een reis naar Mars: dat is de afstand die de automobilisten van LA dagelijks afleggen. Nog veel meer dan in andere Amerikaanse steden speelt het uiterlijk vertoon een hoofdrol in Los Angeles. De (liefst Europese) wagen is het allerbelangrijkste bezit, op de voet gevolgd door merkkleding en gadgets. Donkere brillen, restaurantbezoek en druk huilende gsm’s bepalen de sociale status. Los Angeles is dus niet alleen het wereldcentrum van de film, het ‘is’ een film. De stad als decor, de inwoners als acteurs en figuranten. Als je dat allemaal wil zien, is LA een fijne bestemming. Alleen, je moet de kunst bezitten de stad door het oog van een camera te bekijken. Een flinke portie werkelijkheidszin kan dus geen kwaad bij een tocht door LA, dat er sinds het ontstaan van de filmenclave Hollywood alles aan doet om in films en foto’s, songs en leuzen een droombeeld van zichzelf te geven. “LA, je kunt je hier amuseren als in een caleidoscoop: één handbeweging en de kleurige glasscherfjes geven al de illusie van een nieuwe rozet”, heeft Simone de Beauvoir eens geschreven.

Een rondje gouden koffie

Op zoek naar al die verhalen en reputaties, ondernemen we een ééndaagse bedevaart dwars door Los Angeles: van Santa Monica, waar we gisteren smakelijk aten bij Meat, tot hartje Hollywood via Beverly Hills, The Strip en The Walk of Fame tot het legendarische Griffith-observatorium, het einde van onze road trip.

Te veel reizigers zien Los Angeles als een stad met wolkenkrabbers en vergeten dat er tien kilometer verderop fijnwitte zandstranden met kilometers gebetonneerde fietspaden liggen van Malibu tot Venice Beach. Inderdaad, daar waar Baywatch gefilmd werd. Om meteen in de ultieme sfeer ondergedompeld te worden, ontbijten we in de late ochtend met dure koffie en botercroissants in het Regent Beverly Wilshire-hotel, de gereputeerde slaapkamermastodont die haaks ingeplant staat op Rodeo Drive, de bekendste winkelstraat van Los Angeles. We hebben na een robbertje filerijden op Highway 405 –ook dat hoort erbij- onze Ford aan de valet-parking toevertrouwd en zitten nu met gestrekte pink aan zilveren kopjes te nippen. “Als je oud en rijk bent, moet je hier verblijven”, schrijft reisjournalist David Dale in zijn fantastisch boekje ‘Essential Places’. “Kom je er Edward en Vivian (Richard Gere en Julia Roberts in Pretty Woman) niet tegen, dan loop je er zeker ‘mister Beverly Hills Cop’ Eddie Murphy tegen het lijf. Sterren zien: dat is het hoofddoel, het beoogde orgasme van de vijfendertig miljoen toeristen die jaarlijks in LA neerstrijken. Rodeo Drive is dé straat. Veiligheidsagenten bewaken er juweliers, limo’s rijden in de oase van luxe af en aan. Wanneer we een uurtje later Santa Monica Boulevard opdraaien, vliegen de onbereikbare dromen ons volle gas om de oren: villa’s met zwembaden blauwer dan de Caraïbische hemel, palmbomen hoger dan verlichtingspalen, golfbanen groener dan dollarbiljetten en cabrio’s met gecoiffeerde vrouwen die ons uitdagend aankijken door hun designbrillen. De eerste stop is The Strip, Sunset Boulevard, een gehavend en chaotisch stukje weg vol schreeuwerige reclameborden, houten gebouwen en lelijke buildings. Sunset, een droomstraat? Eerder een Boulevard of Broken Dreams, lijkt het. We zien het in art deco opgetrokken Argyle Hotel en de Chateau Marmont, waar John Belushi in 1982 het tijdelijke met het eeuwige ruilde dankzij een overdosis drugs.

The show must go on

We trekken oostelijker en eindelijk doemen in de verte achttien meter hoge en tien meter brede witte letters op. ‘Hollywood’ staat er. Deze billboard werd gebouwd in 1923 ter promotie van een vastgoedproject. Oorspronkelijk stond er ‘Hollywoodland’ (de naam van de promotor) maar de laatste vier letters verdwenen in 1970 tijdens een grondige onderhoudsbeurt. Op zich stellen de letters niets voor, maar als je het moet stellen zonder Eiffeltoren, Buckingham Palace of Opera House is alles goed, natuurlijk. Via Vine Street zoemen we door naar Hollywood Boulevard, het eldorado van de filmwereld. Maar wat een verrassing. Verloren tussen groezelige winkels, duistere bars en fastfoodrestaurants moet je de overblijfselen van het oude Hollywood met een vergrootglas zoeken. Natuurlijk, de ‘Walk of Fame’ met zijn koperen sterren in roze graniet ligt daar, honderden meters namen van groten. Laatnamiddag draaien we de tachtig (!) kilometer lange Mulholland Drive op: een desolate, grillige bergweg die La La Land doormidden snijdt. Eindstation: de sterrenwacht van LA, Griffith Observatory, dé plek om deze crazy stad te overzien. Stop, stop! Was dat Emma Stone niet aan de rode lichten ?

Praktisch

Texas is de tweede grootste Amerikaanse staat, na Alaska. Maar er wonen wel dertig maal zoveel mensen. Ooit maakte het deel uit van de Spaanse kolonie Nieuw-Spanje en na de Mexicaanse onafhankelijkheid in 1821 werd het een deel van Mexico. Sinds 1845 is het de 28ste staat van de VSA.

New Mexico is een bestemming voor mature VS-reizigers die de grote steden en de bekende parken al gezien hebben en nu op zoek zijn naar een echte, onversneden road movie in het oer-Amerika. New Mexico is ook een super-bouwsteen. De staat is omringd door andere fantastische bezienswaardigheden in Zuid-Utah, Colorado en Arizona.

Het gebied dat nu de staat Arizona vormt, werd oorspronkelijk bewoond door indianenvolkeren als de Hopi en de Navajo. De eerste Spaanse ontdekkingsreizigers trokken het gebied rond 1540 binnen. Aan het eind van de 17de eeuw werden er een reeks missieposten opgericht met als doel de inheemse bevolking te bekeren tot het christendom. Na eeuwen in Spaanse handen te zijn geweest, werd het gebied in 1810 een onderdeel van Mexico. Na afloop van de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog in 1848 moest Mexico het afstaan aan de Verenigde Staten.

Californië ligt van noord naar zuid uitgestrekt langs de westkust van het land, aan de Stille Oceaan. Met een bevolking van ruim 40 miljoen mensen heeft Californië meer inwoners dan enige andere staat in de VS. Los Angeles is een wereldstad, een metropool met tien miljoen inwoners en vijftien miljoen wagens, uitgesmeerd over een oppervlakte zo groot als het hele Duitse Ruhrgebied. Niet regen, maar mist en ‘urban smog’ (pollutie) zijn de optionele spelbrekers.

Klimaat

De staten Texas, New Mexico, Arizona en Californië worden gekenmerkt door zachte winters en zeer warme zomers. De ideale reisperiode voor een rondreis zijn het late voorjaar en de nazomer. December tot april is de duurste periode.

Leuke weetjes

Benzine is veel goedkoper dan in België, het verkeer is gedisciplineerd vooral omdat de toegelaten snelheden nauwgezet worden opgevolgd. Alle prijzen zijn netto, je moet er nog de taks (verschillend per staat) en de tip (men verwacht minimum tien tot vijftien procent) bijrekenen. Hotels zijn op basis van logies, enkele uitzonderingen niet te na gesproken. Verkeerslichten hangen of staan niet voor het kruispunt, maar boven of achter de kruising. Na een volle stop mag je bij rood licht rechts afdraaien. Wie de fast food (overal spotgoedkoop) wil ontvluchten, wacht een moeilijke en dure zoektocht. Net zoals spuitwater vinden. Tien soorten cola, maar geen prikwater. Alcohol wordt zeer duur betaald en beneden de 21 mag je het vergeten. Iedereen wenst je altijd en overal fantastische dagen toe en vraagt hoe het met je gaat, en van jou wordt hetzelfde verwacht. Verwacht echter geen diepgravende antwoorden, het blijft een oppervlakkige beleefdheidsformule.

Geen inentingen nodig, een ESTA-inreisvergunning is verplicht en denk aan een deftige reisverzekering want medische bijstand is ongehoord duur. Het Belgisch rijbewijs volstaat voor je autohuur. In Texas is het zeven uur vroeger dan in Brussel, in Los Angeles negen uur.

No Comments

    Leave a Reply