Komaan zeg, gaat het nu opnieuw niet lukken? “Ja, echt zekerheid heb je nooit”, lacht de beminnelijke baliedame in de piepkleine haventerminal van Landeyjahöfn. “Voor de heenreis hoeven jullie zich alvast geen zorgen te maken, al zal het ‘hobbelig’ zijn. Maar de terugreis binnen twee dagen zal zeer waarschijnlijk moeten uitwijken naar de alternatieve haven van þorlákshöfn, waar er grote dammen zijn zodat de ferry in rustige wateren kan dokken.” We hebben het over onze oversteek naar de Westmaneilanden, die zwerm van 15 eilandjes en 30 rotsen net ten zuiden van IJsland. Slechts 40 minuten varen, als alles meezit. Maar sinds vannacht raast er een westerstorm over IJsland en wordt de overtocht sowieso een avontuur, en misschien zelfs een probleem. Exact twee jaar geleden probeerden we het ook al. Ferry geannuleerd, stond er toen op de lichtkrant. “En morgen ook”, vertelde ons een uitgeregende havenarbeider. Omdat onze terugvlucht naar Brussel al voor drie dagen daarna was, zagen we toen de beoogde eilandreis in het water vallen. Nu varen we wél, maar blijkbaar recht een storm tegemoet. “Windkracht acht tot negen komt eraan”, weet de loadmaster, terwijl hij onze terreinwagen een plaatsje toewijst. “Ik hoop dat jullie niet gaan hiken, want je zal wegwaaien”, knipoogt hij. De overtocht doen we aan boord van de Herjólfur IV. De vierde generatie ferry van dit kleine bedrijf kan 65 auto’s en 540 passagiers vervoeren, maar vandaag tellen we slechts tien vierwielers en pakweg dertig fanatieke reizigers en locals. Eens de kleine havengeul uit, rolt en beukt het hybride vaartuig zich een weg naar het zuiden. Maar… met de wind bijna in de rug. Het donkere zeewater schuimt in het kielzog. Wie zich op het panoramische achterdek durft te begeven, wordt getrakteerd op een gevoel dat er permanent een haardroger op je gericht staat, krijgt regen vanuit alle hoeken over zich heen en ziet alleen maar gitzwarte wolken in de diepte, wat de vaart iets apocalyptisch geeft. In de wetenschap dat velen voor een tinteling in de buik in een pretpark veel geld neertellen, trotseren we de ruigheid van Moeder Natuur met opgeheven hoofd. Tenslotte: wie naar Vestmannaeyjar wil, moet daarvoor een mentale tol betalen. Maar al snel doemen in de verte de spitse toppen van een eilandengroep op. Het ene eiland verstopt zich half achter het andere. We zijn er bijna. En eigenlijk valt het best mee, besluiten we 37 minuten later, wanneer de ferry in elektrische modus de natuurlijke haven van Heimaey binnenglijdt, op het grootste en belangrijkste -want het enige bewoonde- eiland van de archipel.
Eén van de best bewaarde geheimen
Vestmannaeyjar, of de Westmaneilanden, liggen op slechts elf kilometer van het vasteland van IJsland en op zo’n 135 kilometer van de hoofdstad Reykjavik. Afhankelijk van hoe men een eiland definieert, bestaan de Vestmannaeyjar uit vijftien tot negentien steile, spaarzaam begroeide, gitzwarte rotsachtige eilanden en een stuk of 30 even steil uit de zee oprijzende rotsen. De Westmaneilanden maken deel uit van één van ‘s werelds jongste onderzeese vulkanische systemen, dat ongeveer tienduizend jaar geleden gedeeltelijk boven water kwam. De archipel strekt zich anno vandaag uit over een lengte van bijna 38 kilometer en een breedte van ongeveer 29 kilometer.
We schrijven begin 1973. Er waren al een tijdje verschillende lichte schokken gevoeld, maar op 23 januari scheurt de aarde open. Eerst een kleine barst, maar al snel strekt een kloof van drie kilometer lang zich uit over het kleine eiland. Een spectaculaire lavafontein spuit uit de totale lengte van de scheur. Het ziet er slecht uit voor de vijfduizend inwoners. Ze wisten uiteraard dat ze in een vulkaanzone woonden, de steile vulkaan Helgafell kijkt tenslotte dagelijks op het stadje neer. Maar nu is er in een té snel tempo een tweede vulkaan bijgekomen, de Eldfell of Vuurberg, die zijn naam alle eer aan doet. De hel komt bovengronds. Gloeiende lava stroomt aan de oostkant het stadscentrum van Heimaey binnen, terwijl het wijd en zijd hete as regent. Zo’n vierhonderd huizen verdwijnen onder het vloeibare gesteente. De evacuatie van de inwoners verloopt vlot, met dank aan de voltallige vissersvloot die per toeval, omwille van rotslecht weer op zee, binnen ligt. Wonder boven wonder valt er slechts één dode. Planeet Aarde zal nog dagenlang haar magma spuwen, dan neemt de kracht van de uitbarsting snel af. Met vereende krachten slagen de achtergebleven inwoners erin de lavastroom af te remmen door die met zeewater af te koelen. Pas maanden later is de uitbarsting volledig afgelopen. Op dat moment is het eiland van 10 vierkante kilometer gegroeid tot 12,5 vierkante kilometer. Twintig procent nieuw land, gevormd door de afgekoelde lava. Daarnaast is het eiland een nieuwe berg van 220 meter hoogte rijker: de vulkaan Eldfell. Het Pompeï van het Noorden was geboren.
De winderigste plek van Europa
“Wil je groot of klein”, vraagt hipsterbakker Vigtin, de Franse pet schuin op zijn hoofd. Zijn art deco-verbruikzaal en kraakvers aanbod (waarbij niet op een kilo kaneel gekeken wordt) behoren tot de culinaire blikvangers van het eiland. Het is zondagnamiddag en een groot deel van de slechts 4350 eilandbewoners verzamelt in het bakhus om koeken en taart te eten, met prima cappuccino’s of biologische rabarbersapjes on the side. En voor echte zeelui wacht er zelfs een Monster-achtig energiedrankje van de lokale Ebeltoft Gärdbryggeri. Wanneer we in de namiddag met de wagen een toertje maken, voelen we ons alsof we op de Faeröer of Falklands zitten. Grijs, mist, heuvelachtig, schapen, striemende buien. Een zondag in de regen. Gelukkig is het kleine museum over de vulkaanuitbarsting vandaag open. “Het is onze ground zero”, zegt de conservator wat mysterieus, terwijl we de restanten van de goedbewaarde, maar deels onder lava bedolven huizen bezoeken.
De eilanden onder IJsland
De Westmaneilanden: niet iedereen kan ze vinden op de kaart, en als men ze al weet liggen, weet men niet altijd wat te verwachten. Eerst en vooral: de langste route die je hier kan rijden, bedraagt 6,5 kilometer, zo leerden we gisteren. Hiken op de steile flanken is hier de top-attractie, en in het seizoen (lees: de vroege zomer vanaf mei tot pakweg augustus) houden zich hier ook papegaaiduikers op. Overmoedige locals spreken van miljoenen exemplaren en zeggen dat dit dus de papegaaiduikershoofdstad ter wereld is, maar dat wordt betwist. De eilanden zijn vernoemd naar “Westmannen”, zoals de Vikingen de Ieren noemden. De wereld hield in die tijd immers gewoon nog op bij Ierland, het meest westelijk gelegen stukje aarde. Veel verder moest je niet gaan, want dan viel je van de platte aarde af.
Een eiland slechts 55 jaar oud
Surtsey, in het diepe zuiden van de archipel, is verboden terrein omdat wetenschappers onderzoek doen op dit bijzondere, jonge stukje aarde. Het eilandje is namelijk pas 55 jaar oud en staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het is ontstaan door een uitbarsting die duurde van 1963 tot 1967. En dat maakt het eiland bijzonder interessant. Want hoe ontstaat leven op zo’n nieuw stukje land? Wat groeit er als eerste? Menselijke bezoekers zouden er de natuurlijke balans kunnen verstoren, dus houden de IJslanders het eiland gesloten voor bezoek. Op de terugweg stoten we op een herdenkingsplechtigheid voor een Belgische vissersboot die hier in 1982 zonk. Een twintigtal hoogwaardigheidsbekleders, velen in uniform, trotseren wind en regen. De goedbedoelde bloemenkransen hangen er verzopen bij. ‘s Avonds slenteren we door Heimaey, vooral ook omdat de lucht opengetrokken is en bij zonsondergang prachtig oranje kleurt. Het valt ons op. Heimaey is een eilandje waar omwille van de mini-afmetingen iedereen iedereen kent, waar je overal voor de deur parkeert en waar de sfeer dichter aanleunt bij andere uithoeken van de wereld dan bij het nieuwe IJsland zoals wij het kennen.
De volgende ochtend varen we vroeg uit. Omwille van de aanhoudende storm wijkt de ferry zoals verwacht uit naar een grotere haven. Geen 40 maar 210 minuten varen, roept de kapitein door de intercom. “Maar de cafetaria is geopend!” Wanneer we de ingang van de natuurlijke haven van Heimaey achter ons laten, verdwijnt het eiland snel uit zicht. Enkel zwarte rotsen kijken dreigend op ons neer. Boven ons vliegt een zwerm meeuwen gezellig mee, als altijd hopend op een hapje. Achter ons worden de spitse toppen van de Westmaneilanden snel kleiner. Al snel steken ze zwart af tegen de grijze ochtendlucht. Bye bye, eilanden van vuur, wind en as. En van lekkere kaneelkoeken. Niet te verwonderen dat de IJslands-Vlaamse chef Dagny Ros de Westmaneilanden de archipel “uitzonderlijk mooi” noemt en met stip op haar lijst van favoriete plekken plaatst.
Wij logeerden in Hotel Vestmannaeyjar, één van de betere adresjes op het eiland. Het nieuwe hotel huisvest ook een zeer aanbevolen restaurant.
Deze reportage werd gerealiseerd voor het magazine 55 °/N, editie 2023