Menu
Column

Wanneer ‘teleurstellen’ niet in het woordenboek staat!

Singapore Airlines (code: SQ) wordt door vriend en vijand erkend als één van ‘s werelds beste luchtvaartmaatschappijen, daar moeten we niet flauw over doen. Wie een carrier zoekt die nooit teleurstelt, extreme omstandigheden uitgezonderd, zit hier in de juiste stoel.

Singapore Airlines is de nationale luchtvaartmaatschappij van Singapore en runt een efficiënte hub op Singapore Changi Airport. Het bedrijf valt op door het consequent gebruik van de ‘Singapore Girl’ als centrale figuur in haar corporate branding. De vluchtjuf werd zelfs, als enige commerciële figuur, opgenomen in het portfolio van Madame Tussauds.

De maatschappij, lid van Star Alliance, staat al meer dan 25 jaar bovenaan de ranglijst van de beste luchtvaartmaatschappijen ter wereld. Singapore Airlines was de lanceerklant voor de dubbeldekker Airbus A380, ’s werelds grootste passagiersvliegtuig, maar ook voor de Boeing 787-10 en de ultralangeafstandsversie van de Airbus A350-900. De luchtvaartmaatschappij is ook één van de meest rendabele ter wereld. In 2022 genereerde ze de grootste nettowinst in haar 76-jarig bestaan: 1,5 miljard euro. Daar profiteerde ook het personeel in alle echelons flink van: zij kregen het equivalent van tot wel acht maanden salaris als winstuitkering. De maatschappij wou hen uitdrukkelijk bedanken voor het harde werk tijdens de pandemie.

Maar hoe scoren ze anno vandaag te land en in de lucht? Goede wijn behoeft geen krans. Singapore Airlines slaagt er steeds in om een zekere rust aan boord én op de grond te genereren (de eigen lounges zijn pico bello). Dat leerde ik tijdens een recente retour Amsterdam-Singapore-Sydney in twee verschillende vliegklasses. Wat maakt het verschil met de concurrentie? Is de legendarische look van de crew hiervoor mee verantwoordelijk? Ze zien er inderdaad rustgevend exotisch uit, gekleed in muiltjes en sarong – die overigens al in 1974 door Pierre Balmain getekend werd. Wat kunnen we nog vertellen over de Singapore Girl, en vooral dan over haar opleiding? Waarom is de doorlopende aanwezigheid van personeel in de cabine zo goed? Kritische geesten halen soms aan dat anno 2023 net die iconische crew slanke robotjes geworden zijn, apparaatjes die perfect uitvoeren wat hen aangeleerd werd. In woordgebruik, in handelingen, in standaarden. Persoonlijk contact is moeilijk, bijna uitgesloten. Dat klopt, zij het enkel deels. Discreet, ja: maar de crew is niet asociaal. Wat ook bijdraagt: het respect van de maatschappij voor haar passagiers. Zo zullen ze er (in businessclass) een erezaak van maken je te vragen hoe je wil aangesproken worden. En het feit dat je nog klassiek verwend wordt. Hoe dan ook, het valt me telkens weer op: die relaxerende trance, mooi geolied en doordacht van a tot z.

Wat valt er over de reisklasses te zeggen? Hun businessclass is en blijft zeer goed. Ook al hangen er verschillende hardwareproducten in de lucht (de huidige stoelen zijn er in twee versies), het is muggenziften om opmerkingen te maken. Met een 1-2-1-configuratie op de langeafstandsvluchten, een 180-gradenbed, een modern entertainmentsysteem en een zeer degelijke catering (niet hip, wél hoge kwaliteit, inclusief de wijnkaart), scoort SQ prima. Minder evident vind ik de Premium Economy. Deze zogenaamde tussenklasse, waar ook vele andere airlines jaren mee knoeiden omdat ze nooit de juiste profilering vonden, leunt voor alle duidelijkheid veel dichter aan bij Economy dan Business. Vandaar de naam, zal u zeggen, dus so what? Ja, maar dan wordt dit product wel (zeer) duur verkocht. Dat ietsje meer beenruimte, en wat andere minder beduidende details, wordt stevig aangerekend. Oké, er is een aparte incheckbalie, maar je krijgt bijvoorbeeld geen loungetoegang, de catering blijft ronduit eenvoudig en de cabine heeft geen eigen toiletblok. Veredelde Economy dus, geen Business Light.

Op het gevaar af melig-kritiekloos te klinken, maar omdat de waarheid z’n rechten heeft: kort samengevat is Singapore Airlines fijn vliegen. De maatschappij haalt het maximum uit wat ze in de hand heeft. Op de grond hebben ze spijtig genoeg te maken met weinig inspirerende handling agents die de persoonlijke touch missen. Helaas, want tenslotte begint vliegen op de grond.

Iemand als ik, al sinds de vorige eeuw een veelvlieger, zal heimwee hebben naar de Boeing 747-400 Megatop met de dikke purperen zetels. Toen had vliegen met Singapore Airlines nog iets ongelooflijks, iets bijna onwezenlijks. Vandaag leveren ze nog prima werk, maar moeten ook zij vechten om de ultieme begeestering van een verwend publiek op te wekken. Het zijn gewoon andere tijden. Niet zo lang geleden zat men in businessclass in pak en das te smullen van zalm en champagne, nu zit men in trainingspak met een hoofdtelefoon een film te kijken, of slaapt men. Zeker nu vele maatschappijen denken hun businessstoelen te moeten ombouwen tot individuele boxen mét hoge deuren, beginnen jets in first en business hoe langer hoe meer op geperceelde kippenhokken te lijken. Weg de globale wij-onderweg-sfeer, lang leve het individu. Het tijdsbeeld, ook in de betere (lees: veel duurdere) vliegklasses, is totaal veranderd.

Omdat we in deze column (uiteraard) geen punten uitreiken, doen we het zoals dertig jaar geleden in het onderwijs: we werken met woordelijke beoordelingen. Het verdict ‘uitstekend’ valt. Dat stond toen gelijk aan een negen op tien. Singapore Airlines is en blijft ook in het post-pandemietijdperk een merknaam mét ijzersterke garanties. Of zoals hun eigen slogan zegt: A great way to fly.

Vanaf april 2024 start de maatschappij met een nonstopverbinding Brussel-Singapore, vier maal per week per A350.